Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AU0984

Datum uitspraak2005-07-21
Datum gepubliceerd2005-08-16
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamCollege van Beroep voor het bedrijfsleven
ZaaknummersAWB 05/412
Statusgepubliceerd


Indicatie

Wet op de Accountants-Administratieconsulenten Raad van tucht Amsterdam


Uitspraak

College van Beroep voor het bedrijfsleven (eerste enkelvoudige kamer) No. AWB 05/412 20110 Wet op de Accountants-Administratieconsulenten Raad van tucht Amsterdam Uitspraak in de zaak van: A AA, te X, appellant, gemachtigde: B RA, werkzaam bij B.V. Praktijkvennootschap B, te Y. 1. Bij faxbericht van 17 juni 2005 is ter griffie van het College ontvangen een op dezelfde datum gedagtekend beroepschrift, waarbij appellant op nader aan te voeren gronden beroep heeft ingesteld tegen een op 19 april 2005 gewezen uitspraak van de raad van tucht voor Registeraccountants en Accountants- Administratieconsulenten te Amsterdam (hierna de raad van tucht). De uitspraak is tevens op 19 april 2005 verzonden. 2. Bij genoemde uitspraak heeft de raad van tucht beslist op een tegen appellant ingediende klacht. 3. Ingevolge artikel 68, eerste en tweede lid van de Wet op de Accountants- Administratieconsulenten (hierna:Wet) kan tegen een beslissing van de raad van tucht binnen twee maanden na de dag van verzending van die uitspraak, beroep bij het College worden ingesteld bij een met redenen omkleed beroepschrift. Het door appellant ingediende beroepschrift voldoet niet aan deze motiveringseis. 4. Appellant heeft in zijn beroepschrift gesteld dat hij de gronden van dit beroep binnen een door het College te stellen termijn aan het College zal doen toekomen. Het College overweegt dienaangaande dat artikel 68, tweede lid, van de Wet ondubbelzinnig voorschrijft dat het beroepschrift met redenen is omkleed, alsmede dat de Wet niet voorziet in het bieden van de gelegenheid aan de indiener van het beroepschrift om een verzuim op dit punt te herstellen, laat staan dat de Wet de mogelijkheid biedt een na het verstrijken van de beroepstermijn ingediend beroepschrift dat, anders dan het initiƫle beroepschrift, met redenen is omkleed, als tijdig ingediend te aanvaarden. Met betrekking tot het voorafgaande moet worden opgemerkt dat de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is op de behandeling van beroepen die op grond van de Wet worden ingediend. 5. Aangezien appellant niet binnen de beroepstermijn van twee maanden (die blijkens het voorafgaande verstreek op 19 juni 2005, terwijl het ongemotiveerde beroepschrift op 17 juni 2005 bij het College is binnengekomen) een met redenen omkleed beroepschrift heeft ingediend, moet zijn beroep niet-ontvankelijk worden verklaard. Met toepassing van artikel 70 van de Wet op de Accountants- Administratieconsulenten kan daarop derhalve een beschikking genomen worden. De beslissing De voorzitter verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Aldus gewezen door mr. H.C. Cusell, in tegenwoordigheid van mr. S. van Noordt, als griffier, en uitgesproken in het openbaar op . w.g. H.C. Cusell w.g. S. van Noordt